Reisverslag

woensdag, augustus 24, 2005

Gistermiddag zijn we na het slapen nog enkele uurtjes gaan stappen in de stad.
NanChang is een middelgrote stad (ongeveer 3 mio inwoners) maar,zo ontzettend smerig en arm. De huizen zijn middeleeuws opgebouwd en de steegjes zijn zeer smal en smerig. Stinken doet het hier overal, behalve aan de rivier.
Vanaf ’s morgens vroeg zie je de smog over de stad en zelfs als het waait blijft alles stinken naar uitlaatgassen en rottigheid. Geen goede plaats om te gaan joggen.
We zijn dus met Jade in de rugzak vertrokken en via de steegjes terchtgekomen in een chinese buurt, waar gewone mensen inkopen doen. Dit is dag en nacht verschil met WAL-MART. We zijn een schoenwinkel binnen gestapt en hebben daar voor Jade haar eerste stapschoentjes gekocht. (18 RMB). Ik kon het niet over mijn hart halen om hiervan af te dingen. We hebben ons laten vertellen dat een chinese handarbeider ongeveer 600 a 800 RMB per maand verdiend en een bediende ongeveer 1100 tot 1500 RMB (10 RMB = 1 Euro)
Jade was uiteraard fier op haar schoenen en heeft aan iedereen laten horen dat het zo is. De mensen kijken naar ons, komen allemaal aan haar voelen en beginnen tegen ons in het chinees te praten. Ik versta ze wel, maar begrijp er niks van.
We zijn ook nog even naar de apotheker geweest voor een doosje pillen tegen de krampjes voor haar, maar daar zijn we niet uitgeraakt. Met de nodige gebaren en geluiden hebben we het geprobeerd, maar elke keer kwamen ze met iets anders af, dus maar niet mee genomen.
In China kan je best niet ziek worden, in een van de huizen in de steegjes zagen we 5 ziekenhuisbedden staan, waar mensen in liggen met serum in hun armen en zij liggen evengoed achter het venster als de levende kikkers 2 deuren verder, waar je verse kikkerbilletjes kan eten. Ziek worden willen we niet. Dus geen rare uitspattingen.
Tegen 18.30 zijn we gaan eten, en daarna in bad en gaan slapen.
We zitten er eigenlijk alle 3 een beetje door. De warmte, het weinig slapen, de emoties, de voorkeur van Jade, dit alles samen is voor ons een goede aanleiding voor een avondje bijpraten.
’s Morgens om 5.30u is Jade paraat en staan we dus maar met zijn drieën op. Douchen, aankleden en ontbijten. Vandaag is de grote dag, want we gaan naar het weeshuis, waar de kinderen vandaan komen en we gaan ook naar de plaatsen waar ze gevonden zijn.
Om 09.00u mogen we onze kadootjes voor de directeur en de kleertjes voor het weeshuis afgeven bij Mr Liu, die zal zorgen dat alles met de nodige eer en traditie op de juiste plaats komt. Verder zijn er nog wat kosten verbonden aan deze extra uitstap en die worden vooraf goed besproken met Mr Liu, zodat we niet voor verrassingen komen te staan. Afspraak is 500 RMB per meereizend gezin voor het weeshuis en dan nog een 320 RMB voor de bus.
De reis gaat naar het oosten richting Fuzhou (lees foe’djouw) en zal ongeveer 2 uur duren. Na 10 minuten vragen we om de airco aan te zetten, want het is niet te harden van de drukkende hitte in de bus. Over een slingerende, hobbelende en stotende weg, scheuren we langs links en rechts voorbij allerlei soorten voertuigen, waarvan ik weet dat ze niet veilig zijn. Al meerijdende, kom je tot de conclusie dat er toch een bepaalde orde in de chaos zit, maar buiten het feit dat iedereen naar iedereen toetet en niemand er naar luistert, ben ik toch blij dat we veilig aan het weeshuis toekomen.
We worden door de directeur en enkele opvoedsters aan de voordeur opgewacht. Daar krijgen we weer een ander verhaal te horen over de herkomst van de kinderen en de plaats van vinden. Kinderen die volgens de eerste berichten altijd in een pleeggezin hebben gezeten, blijken nu altijd in het weeshuis te zijn geweest. Kinderen die eerst in Fuling gevonden zijn,blijken nu plots voor de poort van het weeshuis gevonden te zijn. Allemaal stukjes van de puzzel, die we straks nodig hebben om de vragen van onze dochters te kunnen beantwoorden.
We mogen van de buitenkant van het weeshuis en van de directeur en enkele opvoedsters foto's maken, maar wanneer we naar binnen mogen, wordt er gevraagd geen foto’s meer te maken.
Je wil dit ook niet fotograferen. De geur van uitwerpselen slaat je in het gezicht vanaf dat je de deur passeert. Aan alle kanten staan grotere of gehandicapte kinderen je vriendelijk, maar droevig aan te kijken. Chinees is op zich al geen vriendelijke taal om te horen spreken, maar zeker niet in een kale gang, waar alles nog eens extra weerklinkt. De trap op en naar de slaapzalen dan maar. Per kamer staan er 9 bedjes met een pluche knuffel boven geknoopt. Ze mogen er naar kijken. De kinderen liggen op rieten matjes, op een rasterwerk met een dekentje. Ze slapen of kijken wat braaf rond. 1 opvoedster per kamer houdt de bende in bedwang. De kinderen dragen allemaal een broek zonder kruis, en wat loopt, dat loopt. Er wordt wel heel regelmatig gemoppert tegen de kinderen (volgens Mr Liu) en af en toe met een zwabber onder de bedjes gezwabberd. Dit is schrijnend. Er wordt ons verteld dat dit een goed en modern weeshuis is, we willen ons de oude en slechte niet voorstellen. Hierna gaan we naar een speelzaal, waar 6 opvoedsters vriendelijk lachen en sommige van de kinderen proberen aan te halen. Alle kinderen blijven liever bij hun nieuwe ouders zitten, godzijdank voor ons.
Terug buiten worden we in de bus gestoken en naar het 2de weeshuis van Fuzhou gebracht, waar Jade gevonden is. Enkele foto’s en een flesje met zand later zijn we al weer onderweg naar de volgende vindplaats. Ook daar weer snel wat foto’s en dan hop de directeur terug afzetten aan het weeshuis. Mr Liu stelt voor om in Fuzhou te gaan eten in een goed restaurant.
Goed plan en nog lekker en betaalbaar ook. Wel pikant en erg levendig. De chinezen zijn niet echt de meest smakelijke mensen om rond je aan tafel te hebben. Ze rochelen, spuwen en laten boeren aan tafel.
Dan terug in de bus voor een slingerende, hobbelende en stotende rit terug naar het hotel. Jade heeft zowel op de heenweg als op de terugweg geslapen als een roos. Wat een voorbeeldige dochter hebben wij toch.
In het hotel gaan we ons een half uurtje verfrissen om dan nog even voor het avondeten een “frisse” neus te gaan halen en wat foto’s te trekken. Jade vindt de rugzak een magnifieke uitvinding en heeft pret voor 10.
Aan tafel is het weer hetzelfde eten, maar dan anders gepresenteerd. Jade en Myriam vinden dit ok, maar voor mij is het echt genoeg geweest. Morgen wil ik iets anders eten.
Terug op de kamer gaat Jade in bad en dan nog een fles en het bed in. Wat een succes. Ook vandaag zonder mopperen of commentaar onder de wol. Myriam gaat om 22.00u. slapen, maar ik moet en zal mijn verslag vandaag nog afhebben, want morgen is er weer vanalles anders te beleven en te schrijven

1 Comments:

Een reactie posten

<< Home